Toen ik vijfentwintig was dacht ik: kom laat ik eens gaan paardrijden. Je bent immers nooit te oud om te leren… Atlhans dat zegt men.
Ik had al van alles geprobeerd, van pianoles tot taekwondo, van viool spelen tot ballet. Het was het allemaal niet voor mij. En dat ge-fitness in zo’n sportschool waar iedereen dom naar elkaar zit te loeren, terwijl ze zwetend op zo’n apparaat hangen, nee daar maak je mij niet blij mee. Dus paardrijden, laten we dat eens proberen.
Na twee rondjes stappen was ik al verkocht. Wat was dit machtig mooi. Ik bedacht me geen moment en liep na de tijd meteen naar de eigenaar om te vragen of er nog plek was om te lessen. Dat was geen probleem, maar ik moest wel een paar privé-lessen nemen voordat ik mee kon doen in een les. Mijn privé-les paard was geweldig! Een lieverd genaamd Ichigo (ik weet niet helemaal zeker of je de naam wel zo schrijft, maar goed). Ik heb nog nooit een paard meegemaakt dat zoveel geduld had, want nondedju wat bakte ik er weinig van in het begin. Dat gehobbel en gewiebel, ik begreep er niets van. Ik wist niet waar ik mijn handen moest houden, wat ik moest doen met mijn benen en hoezo hakken laag? Dat werkt toch voor geen meter? Wàt moet ik doen in draf? Staan-zitten? Hoe dan? Dan glij ik er toch af? Kortom: flinke uitdaging om mij fatsoenlijk te laten rijden…
Afijn na wat privé-lessen mocht ik meedoen met de les en dat was weer hele andere koek. Ik voelde me op een gegeven moment toch best zeker, zo helemaal ‘alleenig’ in de bak met iemand die mij privé-les gaf. Maar in een les met tien andere paarden en ietwat meer ervaren ruiters, was verdomde spannend. Na een half jaar begon ik er steeds meer aardigheid in te krijgen en kwam ik erachter dat ik eigenlijk best ok begon te rijden. Voor iemand die op z’n vijfentwintigste was begonnen dan… ahum…En toen… op een dag, nadat Ichigo helaas weg was gegaan, zag ik mijn grote liefde. Daar stond hij, met z’n dikke billen: Click. Een heerlijk eigenwijs (en ietwat stevig) Fjordenpaard. Totaal verkocht. Was ik niet al verslaafd aan het paardrijden, dan werd ik het toen wel.
Hij deed alles wat ik niet wilde en alles wat ik wilde deed hij niet.
De eerste keer dat ik op hem reed heb ik de hele tijd een domme brede grijns op mijn gezicht gehad. Hij deed alles wat ik niet wilde en alles wat ik wel wilde deed hij niet. Ik heb er bijna schaterend op gezeten. Dit was mijn paard. Ik wist het meteen en vanaf dat moment reed ik tijdens de lessen altijd op hem. Stronteigenwijs was die etterbak, maar het werd langzamerhand steeds meer mijn etterbak en ik begon meer en meer van hem te houden.
Na anderhalf jaar rijden werd het toch wel tijd om mijn man een klein beetje te masseren: lieverd, ga je wat vaker mee naar de manege, dan kun je Click ook weer even zien. Er is concours en ik doe mee, kom je kijken? Lieverd, wat Click nu toch weer heeft gedaan, moet je luisteren… Zou het niet leuk zijn als Click van ons werd? Goh, is het eigenlijk niet veel voordeliger om een paard te kopen, nu moet ik drie lessen in de week betalen… dat is toch zonde? Ja ik durf best te zeggen dat ik behoorlijk aan het manipuleren was, sorry Thijs!
Hij had natuurlijk al lang in de gaten dat ik stapelverliefd was op die dondersteen en na twee jaar ging hij eindelijk overstag. Hij zag dat dit geen impulsieve gevoelens waren, maar dat ik hier vol voor ging en die geweldige kerel van mij deed zomaar met me mee. Hoe je het wendt of keert, je moet toch echt met z’n tweeën achter zo’n aanschaf staan. Want het is niet niks; de verantwoordelijkheid voor zo’n dier is enorm. Na wat wikken en wegen hakten we de knoop door. Eén september 2016, nu twee en een halve maand geleden, werd hij dan eindelijk van mij! Click, of zoals ik hem liefkozend noem (ja liefkozend ja): Gerrit, want het is mijn lieve gekke Gerrit 🙂 Tenzij ik boos op hem ben, dan is het Gait.
Na de keuring: 50% braaf en 50% draak (en natuurlijk 100% gezond), mocht ik hem in zijn eigen stal zetten. Nu nog steeds voel ik me als een kind in luilekkerland. Ik loop continu te dromen, koop alleen nog maar paardrij-spullen, ben dag en nacht op de manege te vinden, loop als een moederkloek om hem heen en knuffel hem te pas en te onpas. Het zou me niet verbazen als hij langzaam een beetje gek van me wordt… Ik heb nooit geweten dat je zoveel van een dier kunt houden en dat het zo’n goede vriend van je kan worden. Of ik nu blij, verdrietig, bozig of tevreden ben, hij staat altijd met zijn oortjes naar voren op mij te wachten.
Kortom: ik ben de laatste maanden zo’n sentimentele dwaas die alles leuk vindt aan zijn paard. Ook al heb ik nagels om van te huilen (als je zelf paardrijdt weet je wat ik bedoel), goeie grutjes wat ben ik gelukkig. Een man die van je houdt en je daarom steunt in je passie, mensen op de manege die je met open armen verwelkomen in de ‘familie’ (en ik héb daar lieve mensen leren kennen, niet te zuinig) én een maatje voor het leven. Hoe rijk kun je zijn in je leven?
Sometimes it does Click!
P.S. Ik ben benieuwd naar wat we allemaal gaan meemaken…